Station Kapellen
Militaire spoorwegen in Kapellen
Om de stad Antwerpen te beschermen werd in 1860 beslist om acht brialmont forten te bouwen. Deze acht forten vormden een gordel rondom de stad van Wijnegem tot Hoboken. In 1870 volgden de forten Merksem, De Perel, Sint-Filips, Kruibeke en Zwijndrecht aan de noord- en westzijde van de stad.
Tijdens de Frans-Duitse oorlog in 1870 raakte bekend dat de Duitse kanonnen een reikwijdte hadden tot 7 km. Om Antwerpen beter te beschermen kreeg men het idee om een tweede linie forten te bouwen verder van de stad. Door gebrek aan geld werden de plannen in verschillende fasen uitgevoerd.
In de periode 1883-1893 werd begonnen met de bouw van de forten van Duffel, Oorderen Berendrecht en Kapellen. Het fort van Kapellen werd voltooid in 1897 en had de bedoeling om de spoorlijn Antwerpen-Roosendaal te beschermen.
Aansluitend begon men met de bouw van de forten van de tweede linie: Stabroek (1902-1908), Smoutakker(1906), Ertbrand (1907-1912), Brasschaat (1909-1912), enz. . We beperkten ons hier tot de noordelijke forten, van west naar oost, nvdr.
Tijdens de bouw van deze forten maakte men gebruik van de bestaande buurtspoorwegen om materiaal aan te voeren. Enkele spoorlijnen werden verlengd, of werden voorzien van een aftakking. Tramspoorlijnen kregen de voorkeur omdat ze snel konden worden aangelegd, maar even vlug konden verdwijnen na de afwerking van de forten.
In augustus 1914 werd door de legertop en het ministerie van Spoorwegen besloten een strategische spoorlijn aan te leggen aan de binnenzijde van de buitenste fortengordel. Hiermee werd een snelle aanvoer van materiaal en troepen verzekerd. De werknemers van de Staatsspoorwegen begonnen op 5 september 1914 met de bouw van 70 kilometer enkelsporige normaalspoorlijn. Vijftig kilometer lag op de rechter Scheldeoever.
De spoorlijn vertrok in Boom, waar een verbinding werd gemaakt met spoorlijn 52 (Dendermonde-Antwerpen Zuid) en lijn 61 (Mortsel Oude God-Kontich-Aalst). Verder ging de spoorlijn via Rumst, Waarloos (verbinding met L25A) , Duffel, (L25/L27), Lier (L15), Oelegem, Schilde, Schoten, het park van Brasschaat via de wijken Rustoord en Hoogboom naar Kapellen, met een verbinding naar L12. Vanaf Kapellen werd spoorlijn 12 gekruisd en liep het spoor verder tot aan het fort van Stabroek. Deze spoorlijn werd in slechts 24 dagen gelegd en werd opgeleverd op 29 september 1914.
Naast bevoorrading van troepen en munitie werd de spoorlijn ook bereden met pantsertreinen. Deze treinen werden gebouwd in de werkplaatsen van Antwerpen-Dam en de scheepswerf Cockerill Hoboken.
Het Belgische leger gebruikte de spoorweg slechts enkele dagen. In de nacht van 7 oktober 1914 trok het Belgische leger zich met de treinen terug op Linkeroever.
Het oprukkende Duitse leger maakte eveneens gebruik van de spoorlijn. Zij verlengden de spoorlijn tot Zandvliet waar vier batterijen werden opgericht ter verdediging van de Schelde.
De spoorlijn werd vooral gebruikt voor de aanvoer van materialen. Ten noorden van het station, aan het domein Dennenburg, werd een station gebouwd met enkele zijsporen waar materiaal geladen en gelost kon worden. Er werd een bouwmaterialenmagazijn opgericht voor de bouw van een linie bunkers en het terug operationeel maken van bestaande forten. Dit ter bescherming tegen een inval van het neutrale Nederland.
Op de spoorlijn werden verschillende zijsporen aangelegd waar men de spoorwegkanonnen kon opstellen. Op bepaalde afstanden waren steunpunten voorzien om de stoomlocomotieven met water en kolen te bevoorraden. Ten tijden van oorlog maakte de bevolking gretig gebruik van de hopen steenkool.
In Hoogboom werd een aftakking aangelegd naar het militaire kamp te Brasschaat. Deze spoorlijn vertrok aan de Bauwinkazerne, via de Holleweg en Mishagen, langs het fort van Brasschaat tot een laad- en loskade aan de Bondgenotenlaan. Deze verbinding bleef tot 1926 bestaan.
Op het einde van de oorlog, en zeker nadien, bleef de militaire spoorlijn in gebruik. De lokale bevolking werd bevoorraad via deze spoorlijn. De gemeentebesturen zagen via de spoorlijn de kans voor een goede verbinding met Antwerpen. In 1919 werd een verzoek ingelegd om de militaire spoorlijn te gebruiken voor civiele doeleinden. De generale staf van de spoorwegtroepen, ging echter niet akkoord omdat het geschikt maken van de spoorlijn te duur was.
De spoorlijn was tussen Zandvliet en Denneburg (bij Kapellen) in onbruik geraakt. Om dit gedeelte te herstellen hadden 500 man gedurende zes maanden werk. Verder richting Lier was de ondergond, het ballastbed, niet stabiel genoeg. Het zou over de gehele lengte vervangen moeten worden. De reeds bestaande bruggen en overwegen moesten eveneens worden vervangen. Het baanvak Kapellen-Hoogboom, met aftakking naar Brasschaat, was in prima staat achtergelaten door de Duitsers. Met de beslissing om in de Hoogboom de Bauwinkazerne op te richten en de spoorwegtroepen onder te brengen bleef deze verbinding behouden.
In 1921 werd de spoorverbinding tussen Hoogboom en Brasschaat afgebroken. Ter hoogte van het fort Kapellen werd een spoorbundel met vijf sporen aangelegd die vandaag de dag nog bestaan.
Volgende foto werd genomen in 2008.
In 1926 werd een nieuwe spoorlijn aangelegd van Kapellen naar het kamp Brasschaat Polygoon. In Brasschaat werd een keerdriehoek aangelegd met aan de noordelijke tak een sporenbundel met een laad- en losplaats voor tanks. De zuidelijke tak reikte tot aan het fort Brasschaat. Deze verbinding had nog enkele zijsporen die verder in het militaire domein liepen.
De laad- en loskade voor tanks. 17/07/2008.
De aftakking naar de Bauwinkazerne van Hoogboom waar de spoorwegtroepen hun basis hadden werd behouden.
Links de vroegere aftakking naar kamp Brasschaat ter hoogte van de spoorwegtroepen. De postkaart dateerde uit 1920.
De spoorwegtroepen hadden enkele stoomlocomotieven. Deze waren vergelijkbaar aan het type 51 (zie bovenstaande foto) en type 93 (onderstaande foto) van de NMBS. Deze laatste is een voormalig Pruisische locomotief van het type T9.3. België kreeg in 1919 als herstelbetaling 84 locomotieven van dit type. De spoorwegtroepen van Kapellen hadden twee exemplaren van dit type. Beide foto's dateren rondt 1925.
Tijdens de tweede wereldoorlog werd de militaire spoorlijn intensiever gebruikt. Er werden geen wijzigingen aangebracht in tegenstelling tot de militaire kampen van Brasschaat en Hoogboom, die werden uitgebreid.
In 1960 werden de twee locomotieven van het type 93 vervangen door een diesellocomotief van het type WR360 C14K. Deze loc was afkomstig uit Duitsland (type V36). Ze werd na de oorlog gekocht en kreeg het nummer 42.550.
Op bovenstaande foto's is locomotief 42.550 aan het werk in de Bauwinkazerne te Hoogboom. Georges Neve, 24-11-1961. (verzameling TSP)
Sinds de jaren '70 gaat het achteruit met de militaire spoorlijn. Tot in 1974 bolde een militaire trein van de bestaande lijn 12 naar de Genietroepen in kazerne Bauwin. De Genie vertrok en het Zesde Linie kwam. Die hadden de trein niet nodig. De sporen werden opgebroken en de grond werd in 1976 verkocht aan de aan de aangelanden in de bloemenwijk. Die konden hiermee hun tuin uitbreiden. Diesellocomotief 42.550 verhuisde naar het kamp Brasschaat.
Het militair stationsgebouw, dat aan de aftakking met lijn 12 stond, lag er in 1979 al een tijdje verlaten bij. Het gebouw werd in 1994 afgebroken.
De voormalige locatie van het militaire station, 17/07/2015.
Met het afslanken van het Belgische leger werd de spoorlijn nog amper gebruikt. De laatste militaire transporten zouden dateren van 2002. Het TSP bracht op 25 juni 2005 een bezoek aan de Antwerpse Haven. Er werd ook een fotostop ingelast te Kapellen waar locomotief van dienst 5941 poseerde met locomotief 42.550 van het Belgische leger.
Op zondag 16 december 2007 werd een speciale trein ingelegd voor het goede doel. Vanaf Antwerpen Centraal reed motorwagen 4153 naar het Kamp Brasschaat. Door de slechte staat van de sporen werd de militaire spoorlijn stapvoets bereden.
In 2008 en 2009 werd een soortgelijke reis georganiseerd. De treinrit werd echter beperkt tot het fort van Kapellen.
Op 6 februari 2009 reed de laatste trein over de spoorlijn. De twee Bolle Neuzen (1603 CFL en 202.020 NMBS) van het TSP reden naar het Kamp Brasschaat om de locomotief 42.550 van het type V36 op te halen. Het TSP kreeg de locomotief vanaf november 2008 in bewaring.
Van 23 tot 25 november 2011 verwijderde Infrabel de wissel en ontsporingswissel naar de militaire spoorlijn en kwam er een einde aan dit stukje spoorgeschiedenis.
Vanaf 5 juli 2014 kan je tijdens de zomermaanden met railbikes over de spoorlijn rijden tussen het fort van Kapellen en het kamp van Brasschaat.
Bronnen